Bij besluit van 1 februari 2018 heeft de raad van de gemeente Nieuwkoop het bestemmingsplan “Ter Aar Vernieuwd Verbonden” vastgesteld. Het plan voorziet in een Integraal Kindcentrum (hierna: IKC), een sporthal, woningbouw en een rotonde ter plaatse van de kruising Aardamseweg-Westkanaalweg.
Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet de raad bestemmingen aanwijzen en regels geven die uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig worden geacht. Er bestaat daarbij beleidsruimte en moeten de betrokken belangen afgewogen worden.
Juist vanwege de flexibiliteit van het plan en ter bescherming van de bestaande omliggende woningen, bij wijze van voorwaardelijke verplichting, in de planregels is bepaald dat gebouwen binnen het plandeel met de bestemming “Gemengd” alleen in gebruik mogen worden genomen als bepaalde geluidwerende maatregelen zijn getroffen.
Verder is bepaald dat in alle gevallen binnen de omliggende woningen aan geluidgrenswaarden moet worden voldaan, zowel wat betreft het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau als het maximale geluidniveau. Het gebruiken van gronden en bouwwerken overeenkomstig de bestemming is uitsluitend toegestaan indien binnen de bestemming ‘Gemengd’ zodanige geluidswerende voorzieningen zijn gerealiseerd en in stand worden gehouden dat het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau op de gevels van aangewezen woningenwoningen niet meer bedraagt dan 50 dB(A) voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau en 70 dB(A) voor het maximale geluidniveau. Beide waarden zijn inclusief bijdrage stemgeluid. Voor de andere woningen die geluidbelasting ondervinden van het speelterrein in het plangebied, te allen tijde moet te worden voldaan aan de maximaal toelaatbare binnenwaarden van 35 dB(A) voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau en 50 dB(A) voor het maximale geluidniveau (inclusief bijdrage stemgeluid).
Volgens de Afdeling biedt het opnemen van de voorwaardelijke verplichting in het bestemmingsplan met normen voor geluid biedt voldoende zekerheid dat in de omgeving sprake zou zijn van een goed leef- en woonklimaat.
Bron: Raad van State; Tussenuitspraak/bestuurlijke lus; Uitspraak 201802786/1/R6